Hogescholen discussiëren al langer over de vraag hoe ze startende docenten beter kunnen helpen de eerste jaren in het onderwijs zonder kleerscheuren door te komen. In de nieuwe cao zijn zelfs afspraken gemaakt over de professionele ondersteuning van startende docenten. Dat is nodig, omdat landelijke cijfers laten zien dat 50 procent van deze docenten het hbo binnen vier jaar alweer verlaat. Bijna de helft daarvan houdt het zelf voor gezien. Geldt dat ook voor Zuyd? En hoe gaan wij ervoor zorgen dat onze docenten een vliegende start maken? We vroegen het aan Jeroen Bergman van het Docentenberaad en aan Paul Stallenberg en Claudia Puts van de dienst Human Resources.
Gelden deze landelijke cijfers ook voor Zuyd?
Paul: “Medewerkers verlaten Zuyd meestal omdat hun contract afloopt. Het aantal mensen dat vrijwillig weggaat – anders dan met pensioen – is zo laag dat we daar geen conclusies aan kunnen verbinden. Dat startende docenten het zwaar hebben, is een ander verhaal ...”
Jeroen: “Het is niet zozeer dat ze het bij Zuyd zwaar hebben, en het verschilt ook waar je vandaan komt. Vooral de zijinstromers uit het bedrijfsleven vinden het lastig om het docentschap onder de knie te krijgen. Wij horen van nieuwe collega’s dat vooral de onzekerheid of ze na het einde van hun contract mogen blijven een zwaardere last is dan het lesgeven zelf. De meesten willen graag blijven.”
Iemand die de basiskwalificatie nog niet heeft, mag geen examinator zijn
Welk probleem zien we dan wel?
Paul: “Docenten met een tijdelijk contract krijgen vaak niet de gelegenheid om de Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid – de BDB – te halen. Die investering is groot voor iemand die maar zo kort blijft.”
Jeroen: “Dat klopt, maar het is wel ooit afgesproken dat iedere startende docent de BDB moet doen. Anders mis je kennis die je de eerste twee jaar nodig hebt en dat is niet goed voor kwaliteit van het onderwijs.”
Paul: “Daar moeten we inderdaad naar kijken. Bijvoorbeeld door een verkorte variant van de BDB aan te bieden, of een variant met meer startmomenten. Als je in september begint, dan komt de start van de BDB in november vaak te snel, en als je een jaar wacht hoeft het eigenlijk al niet meer.
Jeroen: “Bovendien: iemand die de basiskwalificatie nog niet heeft, mag bijvoorbeeld geen examinator zijn. De belasting van collega’s met een vast contract is daardoor hoger.”
Paul: “We zullen een evenwicht moeten vinden tussen enerzijds die flexibele schil die we nodig hebben om ontwikkelingen in studentenaantallen te kunnen opvangen, en anderzijds wel investeren in startende docenten.”
Hoe gaat Zuyd invulling geven aan de cao-afspraken?
Paul: “Hogescholen moeten zich inspannen om een goed inwerkbeleid te hebben. Die afspraak stond ook al in de vorige cao. Nieuw is het zogenaamde D3-artikel, waarin staat dat je een tijdelijk contract met uitzicht op een vaste aanstelling een jaar kunt verlengen als je met de medezeggenschap overeenstemming hebt over een inwerkprogramma dat garandeert dat je na drie jaar kunt beoordelen of iemand aan de eisen voor een vaste aanstelling voldoet. Die periode was eerst twee jaar, maar dat bleek in de praktijk te kort."
Jeroen: “Daarvoor moet wel nog wat gebeuren. Startende docenten moeten echt beter gefaciliteerd worden tijdens de inwerkperiode. Maar we moeten ook vastleggen hoeveel uren iemand kan besteden aan het inwerken van een nieuwe collega.”
Voor startende docenten is het belangrijk te weten dat de inwerktijd die je krijgt ook redelijk is
Paul: “Niet dat dat bij elke opleiding hetzelfde moet zijn, maar je moet wel afspreken wat redelijk is. En als je veel van de norm afwijkt, nagaan waarom dat zo is. Ook voor startende docenten is belangrijk te weten dat de tijd die je krijgt om in te werken, ook redelijk is.”
Claudia: “We gaan ons inwerkbeleid dus kwalitatief versterken. Daarvoor maken wij nu een voorstel dat we in oktober bespreken met de CMR. Verder bekijken we met de dienst Marketing en Communicatie welke informatie we al ruim voor de eerste werkdag kunnen aanbieden, zodat een nieuwkomer zich kan voorbereiden en beter de weg vindt zodra hij begint. Daarvoor ontwikkelen we een website en een aantal nieuwsbrieven. En we moeten ervoor zorgen dat een aantal faciliteiten en praktische zaken gewoon goed geregeld zijn. Nieuwe medewerkers moeten zich welkom voelen. Niet dat dat nu niet het geval is. In interviews die wij hebben gehouden met startende docenten hoor je dat ze zich heel welkom hebben gevoeld, maar dat het moeilijk blijkt om dingen geregeld te krijgen die je praktisch nodig hebt om aan het werk te gaan.”
Welke rol heeft het Docentenberaad in deze discussie?
Jeroen: “Wij willen vooral nog eens goed naar het functiehuis kijken. Daarin is afgesproken dat een startende docent begint in schaal 10, zonder alle docenttaken. Zodra je een vaste aanstelling krijgt ga je naar schaal 11 en moet je alle taken kunnen uitvoeren. Daar worden nog steeds uitzonderingen op gemaakt. We willen dat Zuyd daar strakker op stuurt. Als medewerkers bij het
komen gaat het vaak hierover, niet dat ze het werk zo zwaar vinden of dat het docent-zijn ze tegenvalt.”
Paul: “Blijkbaar zit de tevredenheid van startende medewerkers vooral in de randvoorwaarden, net als bij onze studenten. En dat zijn vaak dingen die simpel op te lossen zijn en een groot effect hebben.”
Tekst: Celine Ermans